Iedere maand opnieuw zie je ze verschijnen: de energiekosten. Vaak verdeeld in gas- en stroomverbruik. Maar hoeveel elektriciteit verbruikt een gemiddeld huishouden eigenlijk, en waar gaat die stroom naartoe? En belangrijker nog: hoe kun je gericht besparen zonder direct in te leveren op comfort? Zeker in tijden waarin energieprijzen schommelen en een gascontract ineens veel duurder kan uitpakken dan verwacht, is het slim om grip te houden op je totale verbruik. Inzicht in je stroomverbruik is daarbij de eerste stap. Hier lees je hoe het stroomgebruik van een gemiddeld huishouden eruitziet, welke apparaten het meeste verbruiken en welke praktische maatregelen je kunt nemen om je energierekening omlaag te brengen.
Slim besparen zonder comfort in te leveren
Besparen op stroom betekent niet automatisch kou lijden of ’s avonds in het donker zitten. Het begint met inzicht. Kijk via je energieleverancier of een energieverbruiksmanager waar je verbruik vandaan komt. Zet apparaten écht uit in plaats van op stand-by. Gebruik tijdschakelaars of slimme stekkers om apparaten automatisch uit te schakelen wanneer je ze niet gebruikt. Vervang gloeilampen door led verlichting en kies bij aanschaf van nieuwe apparaten altijd voor een hoog energielabel. Draai wassen op 30 graden, laat de was drogen aan een rek en gebruik de afwasmachine alleen wanneer hij vol zit. Overweeg ook om kleine investeringen te doen, zoals een waterbesparende douchekop of radiatorfolie. Die helpen niet alleen met stroom, maar verlagen vaak ook je gasverbruik, en dus de kosten van je gascontract.
Gemiddeld stroomverbruik per huishouden in Nederland
Het gemiddelde stroomverbruik in Nederland ligt rond de 2.800 tot 3.500 kWh per jaar, afhankelijk van de grootte van het huishouden. Alleenstaanden zitten vaak rond de 2.000 kWh, terwijl gezinnen met meerdere kinderen kunnen uitkomen op 4.000 kWh of meer. Huishoudens met een elektrische auto of warmtepomp verbruiken natuurlijk aanzienlijk meer. Ook de aanwezigheid van thuiswerkplekken, grote tv’s, meerdere koelkasten of een elektrische boiler kan het verbruik flink omhoog trekken. De pieken zitten meestal in de ochtend en avond, als verlichting en apparaten intensiever gebruikt worden. Belangrijk om te weten: stroomverbruik is niet alleen afhankelijk van het aantal apparaten, maar ook van hoe energiezuinig deze zijn en hoe je ermee omgaat. Oude apparaten zonder energielabel kunnen ongemerkt grote stroomslurpers zijn, zelfs in stand-by.
Welke apparaten zijn het meest bepalend voor je stroomverbruik?
De grootste stroomverbruikers in huis zijn vaak apparaten die continu aanstaan of veel vermogen vragen. Koelkasten, diepvriezers, wasdrogers en vaatwassers zijn bekende voorbeelden. Ook boilers en airco’s (vooral mobiele varianten) trekken veel stroom. Nieuwere tv’s, spelcomputers en computers verbruiken minder dan oudere modellen, maar als ze dagelijks urenlang gebruikt worden, tellen ze alsnog flink mee. Een minder bekende stroomvreter is de combimagnetron, vooral als die veel gebruikt wordt voor ontdooien of voorverwarmen. Tot slot zijn er de stille verbruikers: apparaten in stand-by of met opladers die altijd in het stopcontact zitten. Die lijken onschuldig, maar al die kleine beetjes samen kunnen oplopen tot tientallen euro’s per jaar. Door hier bewuster mee om te gaan, kun je verrassend eenvoudig besparen.
Wat je vandaag doet, zie je terug op je volgende energierekening. Niet door één grote verandering, maar door het aanpassen van gewoontes. Zet je computer écht uit na het werk. Trek opladers uit het stopcontact. Laat apparaten niet onnodig draaien. Deze gedragsveranderingen zijn eenvoudig en kosten niets, maar leveren wél resultaat op. En betrek je gezinsleden erbij. Als iedereen meedoet, gaat het sneller en wordt het vanzelf een gewoonte. Maak er eventueel een uitdaging van: wie gebruikt het minst stroom per week? Zo wordt besparen ook nog eens leuk en motiverend. En dat zie je, uiteindelijk, ook weer terug in je portemonnee.
